Hij droeg altijd Italiaanse schoenen van het merk B. Veelkleurig en veelvormig met een voorliefde voor zwart, half hoog, met rits en een Middeleeuwse snit. Schoenen voor de auto, eventueel voor de scooter, mogelijk geschikt voor de fiets en een stukje lopen. Nu heeft hij een obsessie ontwikkeld voor wandelen en schieten deze schoeisels tekort. Zijn voeten zijn inmiddels danig beschadigd en dreigen een chronisch probleem te worden.
Nu is hij overgestapt op het Engelse merk C. Wel een beetje saai en vormeloos, maar efficiënt en de voeten komen weer tot rust. Als tussenoplossing heeft hij twee identieke paren gekocht, zwart en bruin. De veters verwisseld, bruin in zwart en zwart in bruin. Nu wandelt hij met een bruine schoen met zwarte veter en een zwarte schoen met bruine veter erin.
Meewarig kijkt men hem na, een man op leeftijd die de juiste schoenen niet meer kan vinden.