zaterdag 28 mei 2016

Zenuwslopend

Bij hem zat alles dicht op zijn huid, tastbaar, voelbaar, noodzakelijk om iets te kunnen produceren. De productie was niet overweldigend, laat staan interessant. Dat zat hem voortdurend dwars.

Hij raakte overprikkeld en moest rust nemen. Niets kwam er nog uit zijn handen, zijn gedachten droogden op en hij werd zwaar depressief. Langere tijd werd hij veroordeeld tot het slikken van de nodige medicijnen, terwijl hij lusteloos op de bank lag.

Eigenlijk moest hij iets anders gaan doen, een ander beroep dan wel bezigheid kiezen, maar hij was inmiddels verslaafd geraakt aan de spanning. Weg met de pillen, kom maar op met die spanning.

Hij sliep niet meer en produceerde aan een stuk door. Niemand had nog belangstelling voor zijn voortbrengsels, maar dat deerde hen niet langer. Hij was een tevreden hongerkunstenaar geworden.

vrijdag 20 mei 2016

De serveerster

Ze oogde als een eilandbewoonster. Zo zat het leven in elkaar en al het andere was bijzaak en in wezen overbodig. Hij wist haar naam niet. Zij wist zijn naam wel, hij had immers moeten reserveren. Ze gebruikte zijn naam ook.

Blond piekerig haar. Hij wist niet of het geverfd was of niet, dat leek hem onbelangrijk. Vormeloze kleding. Hij kreeg er een bio-katoen gevoel bij. De inhoud daarentegen vond hij intrigerend en was voor hem een bron van verwondering, belangstelling en niet aflatende interesse.

Ze zag er moe uit van al het feesten. Hij merkte dat op een goedmoedige manier op. Ze gunde hem een blik die bleef hangen, onbereikbaar en toch zo dichtbij.

Och, het zal wel het sentiment van een man op leeftijd geweest zijn.

maandag 16 mei 2016

Pinksteren op Texel in de kou

Misplaatste camperplaats. Overmatig gestructureerde woonomgeving. Vele snuisterijen op weg naar het toilet, want ook wij pissen niet meer in de wei, zoals de dienstdoende serveerster het plastisch uitdrukte.

zondag 8 mei 2016

Overwegingen van een doemdenker

Soms leek alles te rollen, niet te stuiten, richting afgrond. Dan weer helde het de andere kant uit, het water in. Hoe dan ook leek het een doodlopende weg. Momentopnames van boze, meningsloze, burgers en meehuilende politici, angstige bankiers en egoïstische investeerders, niet of nauwelijks doordenkende columnisten en slaperige journalisten, gevangen in de voortdurende waan van de dag. Egocorrespondenten.

Het was wachten, wachten, niet langer op Godot, maar op de kosmologische burger, met een creatief en vooruitstrevend concept, gericht op de toekomst, overleven in de schier oneindige ruimte. Lang voordat de aarde onleefbaar geworden zou zijn, niet door materiële vervuiling, maar ten gevolge van geestelijke bekrompenheid, geflankeerd door verstandelijk onvermogen.