zondag 29 november 2015

In Den Engel

Soms verdwaalde hij. Hij kwam terecht in een café in Antwerpen. De bediening was zo aangenaam, ontwapenend en hartelijk, dat hij bijna dacht in een andere wereld terechtgekomen te zijn. Geen toeristen, alleen Belgen.

Al snel werden zijn vrouw en hij aangesproken. Dat hield niet meer op. De gewezen vuilnisman had kunstheupen die verschoven waren.  De andere, aangeschoven, gasten waren op de hoogte van het meeste, maar iets tegen vreemden vertellen gaf toch weer een ander beeld.

De gehele familie bleek last van suikerziekte te hebben, maar geen weerstand te kunnen bieden aan de geneugten van het zoete leven.

vrijdag 20 november 2015

De schuifelende dame

Zover hij het kan overzien schuifelt er iedere dag, op werkdagen, zowel in de morgen als in de avond een dame voorbij. s 'Morgens naar het station toe en 's avonds terug naar huis.

Ze klampt zich zo mogelijk vast aan de aanwezige reling naast de vaart om enig houvast te hebben. Haar gang is traag en zeer moeizaam. Om de paar meter moet ze rusten. Een opvallend en bewonderenswaardig fenomeen.

Nu stormde het de afgelopen week twee keer in de avond. Ze keerde zich dwars naar de wind om zo min mogelijk luchtverplaatsing te ontmoeten. Helaas, het mocht niet baten. Ze werd omver geblazen. Twee behulpzame voorbijgangers hielpen haar omhoog en begeleidden haar verder, tussen hen in, naar huis.

donderdag 12 november 2015

Salonnihilist

Hij las af en toe een boek zittend op het designbankje. Drie is een priemgetal. De bezitlozen van Szilárd Borbély.

Het Meisje, de Jongen en de Kleine. Moeder die voortdurend zelfmoord wil plegen, weerhouden door het Meisje en de Jongen, of wil vertrekken. Vader, zonder werk, met werk, vaak dronken en gewelddadig of afwezig. Gewezen koelakken, of in ieder geval soms als dusdanig geïdentificeerd door de omgeving, niet door zichzelf.

Kameraden, boeren, zigeuners, voormalige koelakken en geen joden. Vijf is alleen deelbaar door zichzelf. En één. Korte ritmische zinnen, een atonale taal, indrukwekkend ontregelend.

Alles wat uitgescheiden kan worden door mens en dier komt er in voor. Dieren worden nodeloos vertrapt, gemept, onthoofd en ook wel gegeten. Toppunt is de dekkende hengst.

Te veel drank, altijd roken en spugen. Alles voortdurend doordrongen van de banaliteit van het minimale bestaan.

Mensen behandelen elkaar als vreemden. Als men niet exact voldoet aan het protocol van de kameraden blijft men altijd een speelbal van de willekeur van de ander. Vader mept moeder en de kinderen, maar niet de Kleine. Moeder mept de kinderen, maar niet de Kleine. Alleen de taal is de kracht van moeder tegenover vader. Dan delft hij hoe dan ook het onderspit.

De Kleine wordt blauw en sterft na dertien maanden. Dertien is alleen deelbaar door zichzelf. En één.

Dat las de salonnihilist op het bankje. Twee is alleen deelbaar door zichzelf.