maandag 31 maart 2014

Een feestje tussendoor

Soms kwam hij op merkwaardige feestjes terecht. Deze keer in de ontspanningsruimte van de vrijmetselaars. Meteen naar de inwijding en de loge, zonder te voldoen aan wat dan ook. Gereguleerde broederschap, passer en winkelhaak, habijten en zwaarden, sterren en meesters,.... in dit geval voorzien van een gemêleerd gezelschap. Geen verlichting dan wel gekende kennis.

De jarige was een bijzondere dame die vijftig jaar werd en ongeveer tien maal hetzelfde verhaal van de verrassing van genoemd feest vertelde, dan wel moest vertellen. Haar man was sinds kort aangeschoven bij de vrijmetselaars.

Daarnaast een roker, sinds zijn veertigste, omdat hij toen alles kwijt was geraakt, werk, vrouw en kinderen, bij voortduring terugkomend op de derby IJsselmeervogels versus Spakenburg (1-1 gelijkspel). Verder een gewezen alcoholist, net op tijd gestopt, wel met levercirrose en onbegrip voor zijn eigen gedrag in het verleden. Als laatste een doorleefde vrouw die niet kon slapen zonder drie glazen wijn vooraf te nuttigen en die vertelde over haar zoon die 's avonds moest drinken, pas na acht uur, zeven jaar gestudeerd, geen werk.

Een impressie, niet uitputtend. Geen vragen, alleen maar verhalen, op een bepaalde wijze rustgevend en niet verontrustend, een bijzondere conclusie achteraf.

dinsdag 18 maart 2014

O nee, toch wel weer, of niet dan

'Ach jee', prevelt het schelpje, maar schelpjes kunnen eigenlijk niet praten. Tenminste, misschien was het ooit mogelijk, maar dan toch alleen toen de hoornachtige substantie bewoond werd door enig organisme. Dit waren zo de gedachten die de sociale kluizenaar, een geboren contradictie, te binnen schoten. Hij deed zijn slaap en nam zijn hap en besloot - noch tevreden noch ontevreden - zijn weg op het pad voort te zetten. Voor zover je van een weg kon spreken, want van definities had hij zijn buik inmiddels vol, dat kon je wel aan hem merken. Allee, dan. Vort.

maandag 17 maart 2014

De pet

Hij ziet er anders uit, gemarkeerd door het leven, niet door een uitwendige kwetsuur, maar door een aangeboren vervorming van zijn genen. Zijn leeftijd zal ergens tussen de twintig en dertig jaar liggen. Hij loopt altijd met een pet. Niet op het hoofd, maar in zijn hand, waardoor het lijkt of hij met de pet rond gaat, niet voor een muntstuk, maar eerder voor een wonder. De pet bedekt nooit en te nimmer zijn hoofd. Hij houdt de klep vast in zijn rechterhand, de pet ondersteboven, en beweegt het hoofddeksel op zo'n manier dat zijn hand voortdurend wel en niet door de pet bedekt is. Hij kijkt af en toe steels om zich heen, maar lijkt niet veel te zien. Een buitenstaander zou het idee krijgen dat hij zo maar geheel alleen met een op en neer gaande pet rondloopt, maar dat is niet het geval. Hij wordt altijd begeleid door zijn vader, die nooit echt ver van hem vandaan is.

maandag 10 maart 2014

zondag 9 maart 2014

De huidige koningin* van Nederland is kaal

De eenhoorn liep statig door de achtertuin. Plotseling schrok hij. Het werd even rood voor zijn ogen. Snel kwam hij tot rust toen hij zag wie er geland was. Het was de vampier die een bedenkelijk gezicht trok.
“Wat is er aan de hand”, vroeg de eenhoorn.
“Ik zit met een probleem”, antwoordde de vampier.
De eenhoorn hinnikte, tenminste daar leek het geluid op dat hij maakte. Hij steigerde ook. Zijn hoorn torende machtig in de lucht. Hij trappelde van ongeduld, hij was dol op problemen. Vooral oplosbare problemen waren zijn lievelingsgerecht. De wind onstak in vlagen. De manen van de eenhoorn wapperden, alleen bij de vlagen natuurlijk, in de wind. De vampier leek nog krommer dan hij gewoonlijk al was. Zijn neus, een sterk gekromd zwaard, raakte de grond. Hij wroette wat in de aarde en verorberde, geheel tegen zijn gewoonte in, een paar wormen. De zon lichtte af en toe fel op tussen de voorbijdrijvende donkere wolken. Het landhuis, waartoe de achtertuin behoorde, lag er verlaten bij. De vampier wist hier meer van…….
“Ja”, zei de vampier; “nee”, zei de vampier.
“Weet jij of de zin: de huidige koningin van Nederland is kaal, waar of onwaar is?”, mompelde de vampier.
De eenhoorn keek bedenkelijk. Het leek hem heel eenvoudig. Er was geen koningin van Nederland, dus was zij ook niet kaal. De zin was onwaar. Dat vertelde hij de vampier, zonder er verder over na te denken.
“Goed, het zij zo”, gromde de vampier. “Maar dan is de zin: de huidige koningin van Nederland is niet kaal, waar.”
De eenhoorn werd ongemakkelijk, hij hield niet van zaken die waar of onwaar waren. Liever bleef hij ertussenin hangen, in het schemergebied van halve waarheden en halve leugens. Hij moest echter in dit geval toegeven dat de vampier gelijk had. Als iets waar is dan is de ontkenning ervan onwaar. Als het regent is de zin: het regent, waar. De zin: het regent niet, is in dat geval onwaar.
De vampier draaide enige heksenkringen op het gazon. Hij wilde al in zijn kist kruipen, omdat de zon hem te veel werd. Hij had een vliegende kist, sinds kort. Hij was al oud en kon niet langer met zijn kist onder de arm reizen.
De eenhoorn dacht diep na. Volgens hem kon je pas uitmaken of iets waar of onwaar was als het ook bestond of het geval was. De huidige koningin van Nederland bestond niet. De bewering over haar had dus geen enkele zin; over haar viel niets te zeggen. Hij deelde zijn bedenksels aan de vampier mede op een uiterst plechtige manier, zoals bij een begrafenis. Hij wist dat de vampier voor dat soort taal bevattelijk was. De vampier glimlachte licht en schudde de eenhoorn de hoorn met zijn neus. Zijn tanden glommen in het zonlicht. Hij bedankte de eenhoorn en suisde in zijn kist de lucht in.
Toch wel interessant, dacht de eenhoorn. Want hoe zit dit nu met de zin: God is boos. Sommige mensen vinden dat God bestaat en andere weer niet. Dus deze zin heeft voor sommigen een waarheidswaarde en voor anderen weer niet. En zo zijn er vele voorbeelden te verzinnen waarbij dit het geval is. Volgens de eenhoorn was het probleem toch onoplosbaar.
Hij at wat gras, herkauwde en probeerde alles te vergeten. Helaas het bleef knagen. Als hij ergens niet van hield dan was het wel van knagende vragen. Zie je wel dacht hij, de schemer, noch waar noch onwaar, dat is het handigste. De zon verdween achter de wolken, de wind zette aan, het donderde. Vleugels schoten uit de flanken van de eenhoorn. Hij vloog weg als Pegasus.

Een worm kronkelde over het gazon en dacht na. Is de zin: de eenhoorn vliegt weg, waar of onwaar?

Een merel at een denkende worm.

(Uit het digitale basisschool archief, 11-05-1998, herzien in 2014)

* De huidige prinses met de aanspreektitel koningin is in werkelijkheid nog steeds Prinses der Nederlanden.