maandag 30 juni 2014

De jongens

Altijd tot in de puntjes gekleed, wit overhemd, met badge, stropdas en donkere broek. Met rugzak, waarin meerdere exemplaren van het boek zitten. Als het niet anders kan een jas aan, onbestemd van kleur en vorm, dat doet afbreuk aan hun voorkomen. Ze zouden twee jaar blijven, overgekomen uit de Verenigde Staten om te bekeren. Inmiddels is het al paar drie, dus dat geeft het totale aantal van zes in ongeveer drie jaar. De kleding is nog altijd exact hetzelfde.
Het boek is een pastiche op de Bijbel, een verslag geschreven door de hand van Mormon op platen ontleend aan de platen van Nephi en dat alles vertaald door Joseph Smith. Zoiets kan men natuurlijk niet verzinnen, dat moet wel door God ingegeven zijn.

woensdag 18 juni 2014

Meligheid troef


Verveeld, in huiselijke mist gehuld, had hij alleen nog contact met zijn scherm, een klein stuk van de omgeving en een aantal vensterbankdinosaurussen.

maandag 9 juni 2014

Alles

Hij ging naar een film, Shirley, en zag de binnenwereld als een tableau, af en toe gevuld met een vrouw en soms ook nog andere personen. De buitenwereld kwam enkel binnen door de radio. Het uitzicht via de vele aanwezige vensters op de wereld was verdicht tot een schildering, verstild in betekenisloosheid. Uiteindelijk was de vrouw het levende theater op zoek naar vervulling, die niet kwam. De realiteit was immers immanent aanwezig in al haar subtiele, verlichte, variëteiten, teruggebracht tot de essentie van het kale zijn.

maandag 2 juni 2014

Niets

Er gebeurde al een tijd niets. Ja hij had al zo'n vier weken last van een virus, maar dat hoorde bij overkomen en niet bij gebeuren. Dus eigenlijk was er niets te melden, maar ja, zo nu en dan moest er gekwetterd worden om de transparantie te vergroten of het ego te bevestigen. Hij moest een gezicht krijgen dat ook nog voortdurend gedeeld moest worden.

Verleden, definitief voorbij, zonder daadwerkelijke herinneringen, enkel ingevulde gewaarwordingen, vastgelegd in zwart-wit.