Hij ging naar een film,
Shirley, en zag de binnenwereld als een tableau, af en toe gevuld met een vrouw en soms ook nog andere personen. De buitenwereld kwam enkel binnen door de radio. Het uitzicht via de vele aanwezige vensters op de wereld was verdicht tot een schildering, verstild in betekenisloosheid. Uiteindelijk was de vrouw het levende theater op zoek naar vervulling, die niet kwam. De realiteit was immers immanent aanwezig in al haar subtiele, verlichte, variëteiten, teruggebracht tot de essentie van het kale zijn.