dinsdag 26 augustus 2014

De lastige melkboer

Er was eens een lastige melkboer. Het was in de tijd dat er nog maar weinig melkboeren waren, of eigenlijk geen een meer, alleen dit lastige exemplaar bleef over en bezorgde zijn omgeving de nodige hinder. Zo werd de melk niet bezorgd, de yoghurt had het nakijken en met vla hoefde hij al helemaal niet aan te komen. Het was überhaupt de vraag wat hij eigenlijk deed. Hij was lastig, daar was iedereen het wel over eens. Maar op wat voor manier, dus wat precies de aard was van deze last en op welke specifieke wijze deze problematiek doorwerkte in de leefwereld en het ervaringsspectrum van de betrokken, daar kon niemand toch een eigenlijk een uitspraak van enig gehalte over doen. Kijk, niet bezorgen is één ding, yoghurt een ander en wat kun je nu over vla zeggen? Kortom: er werd weliswaar druk over gespeculeerd, allerlei verhalen deden de ronde en vooral op zondag draaide het roddelcircuit op volle toeren. Maar wat?...en hoe?...de draad bleek steeds kwijt, het spoor bijster. De melkboer zat onderwijl met zijn handen in het weinige haar dat hij nog op zijn hoofd had. Lastig had hij nooit willen zijn en eigenlijk ook geen melkboer, maar hij leek door het lot hiertoe veroordeeld. Het melkboeren kleefde aan hem zoals vliegen op het lichaam in een benauwde zomer. In een volgend leven kon hij nog altijd bakker worden, dacht hij. Maar zou dat verlossing brengen? Onrustig sliep hij in, bang wat de volgende dag brengen zou.

Tijdsluimering

In zijn hoofd was de tijd verdwenen. Alles stond stil, omdat de ruimte er nog wel was. Na verloop van onherkenbare tijd verdween de ruimte en kwam de tijd terug. Zweverig beleefde hij niets in een ruimteloze tijd. Draaierig verbleef hij in een niet nader te omschrijven toestand. Plotsklaps leek alles weer in orde te zijn, alleen de apperceptie ontbrak, hij liep in zeven sloten tegelijk en dacht niets meer ten einde.

Toen uiteindelijk alles weer op zijn plaats viel, bleek hij al zijn tanden verloren te zijn en enkele ledematen gebroken te hebben. Tandeloos aan bed gekluisterd luisterde hij naar het gekrijs en gepiep van de alles vretende meeuwen.

donderdag 14 augustus 2014

Vluchtige analyse

Geboren worden, voorzien van een luier om de afvoer in goede banen te leiden. Leven onder de zon. Oud worden, misschien te oud, hersenen in orde, armen nauwelijks meer te bewegen. Wederom voorzien van een broekluier om het afval te verwijderen op de minst kwetsende manier. Of is het de best denkbare wijze? Het verschil? Op de wereld komen zonder en sterven met luier.

dinsdag 5 augustus 2014

Guitig

Hij komt uit een gezin van zeven kinderen. Een is inmiddels overleden aan een hersentumor. Van de overgebleven vijf, zes minus een, hijzelf, snapt hij helemaal niets of bijna niets. Niet dat hij veel moeite daarvoor doet, maar al zou hij het doen, het zou tot nagenoeg niets leiden. Het zal vast aan zijn eigen eigenaardigheden liggen, die ook niet te doorgronden zijn.

Zijn vrouw daarentegen vindt hij guitig en denkt hij geheel te snappen, alhoewel er altijd zaken blijven die mogelijk voor hem verborgen blijven. Ze is klein, intelligent en hij voorziet haar van allerlei kwalificaties die verder niet uit te leggen zijn, omdat ze gebonden zijn aan de situatie, niet alleen qua inhoud, maar ook qua textuur. Zijn levens- en seksgenote. Iets van het ergens eerder geconstateerde onbegrijpelijke geluksgevoel moet daarvandaan komen.