Ze oogde als een eilandbewoonster. Zo zat het leven in elkaar en al het andere was bijzaak en in wezen overbodig. Hij wist haar naam niet. Zij wist zijn naam wel, hij had immers moeten reserveren. Ze gebruikte zijn naam ook.
Blond piekerig haar. Hij wist niet of het geverfd was of niet, dat leek hem onbelangrijk. Vormeloze kleding. Hij kreeg er een bio-katoen gevoel bij. De inhoud daarentegen vond hij intrigerend en was voor hem een bron van verwondering, belangstelling en niet aflatende interesse.
Ze zag er moe uit van al het feesten. Hij merkte dat op een goedmoedige manier op. Ze gunde hem een blik die bleef hangen, onbereikbaar en toch zo dichtbij.
Och, het zal wel het sentiment van een man op leeftijd geweest zijn.