zaterdag 28 mei 2016

Zenuwslopend

Bij hem zat alles dicht op zijn huid, tastbaar, voelbaar, noodzakelijk om iets te kunnen produceren. De productie was niet overweldigend, laat staan interessant. Dat zat hem voortdurend dwars.

Hij raakte overprikkeld en moest rust nemen. Niets kwam er nog uit zijn handen, zijn gedachten droogden op en hij werd zwaar depressief. Langere tijd werd hij veroordeeld tot het slikken van de nodige medicijnen, terwijl hij lusteloos op de bank lag.

Eigenlijk moest hij iets anders gaan doen, een ander beroep dan wel bezigheid kiezen, maar hij was inmiddels verslaafd geraakt aan de spanning. Weg met de pillen, kom maar op met die spanning.

Hij sliep niet meer en produceerde aan een stuk door. Niemand had nog belangstelling voor zijn voortbrengsels, maar dat deerde hen niet langer. Hij was een tevreden hongerkunstenaar geworden.