Ongewenst en ongewild kwam hij in een geloofsdiscussie terecht. Hij kwam al snel tot de conclusie dat de almachtige schepper een sadist moest zijn. Hij had zijn schepping immers voorzien van een keuze tussen goed en kwaad en wist vanzelfsprekend al van te voren dat dit nooit goed kon aflopen, alwetend als hij was.
Mocht het ooit nog goed aflopen, dan was dit wel ten koste gegaan van een onmetelijke hoeveelheid menselijk leed.
Mogelijk was de schepper iets te laconiek geweest over de gevolgen van deze keuzemogelijkheid, maar om er zeker van te zijn dat het hem niet aan vermaak zou ontbreken had hij er in ieder geval voor gezorgd dat de levende wezens voortdurend bezig waren met eten en gegeten worden om te overleven. Verwikkeld in een strijd op kort leven en lang dood zijn.