zaterdag 20 februari 2016

Bedlegerig

Inmiddels is de wereld van zijn moeder nog kleiner geworden.

Eerst alleen nog in de stoel, met zicht op het gazon voor het verzorgingshuis en het bruggetje over het vaartje, geflankeerd door een weg met trottoir. Toen zag ze nog, af en toe, auto's voorbij rijden, mensen hun hond uitlaten, kinderen de eendjes voeren en willekeurige mensen een wandeling maken. Het blijft een dorp, Lage Zwaluwe, en druk is het er niet.

Nu is ze ongewild gekluisterd aan haar bed. Voortdurend wordt ze voorzien van zuurstof, zo nu en dan morfine en dagelijks een slaaptablet om wat innerlijk tot rust te komen. Mondjesmaat eet en drinkt ze nog een minieme hoeveelheid..

Soms schiet ze nog wakker, af en toe angstig, dan weer hallucinerend, maar ook, zo nu en dan, helder en rustig, bijna beschouwend. Samen wachten de kinderen en zij op haar aangekondigde dood. Alleen heeft die geen tijdstip meegegeven en kruipt de tijd moeizaam voort, behalve als ze helder en wakker is. Dat laatste komt steeds minder voor.

Zijn moeder, zijn vrouw en hij bidden zo nu en dan. Dat gebed geeft zijn naïef gelovige moeder enige voldoening en rust, denkt en hoopt hij, mogelijk tegen beter weten in.