Kromheid
Kringel was een kromme jongen. Gebogen ging hij door het leven. Helaas kon hij niet bij de club van krommen terecht, hij was niet krom genoeg. Deze maatstaf was kort geleden in het leven geroepen, omdat te veel mensen krom bleken te zijn. In de wandelgangen betekende dit, dat je een hoek van minder dan 90º moest hebben tijdens het voortbewegen. De hoek gevormd door bovenlichaam en benen, bezien vanaf de aarde. Hij zat zo rond de 110, dus dat was nog wel te doen zonder dat je nekwervels het begaven.
Tijdens een korte wandeling in het park, kreeg hij een zware tak op zijn nek. Het lichaam werd hevig geraakt en de hoek werd 0º. Het enige wat hij nog zag waren zijn eigen benen. In spreidstand zag hij de omgeving omgekeerd, maar was het lopen nog moeilijker.
Hij kon het niet meer veranderen. Hij snelde naar het gebouw waar de genoemde club gevestigd was. De vereniging van kromme lieden liet hem echter niet toe. Er bleek ook een maximale limiet te zijn en wel 45º.
Somber, op het depressieve af, keerde hij huiswaarts.