maandag 12 mei 2014

Absurd

Hij stond in de rookruimte van het vliegveld van Kuala Lumpur of hij zat in het rookgedeelte van een restaurant op de luchthaven van Jakarta. De exacte locatie was hem ontschoten. In ieder geval was het zo'n plaats waar hij niet wenste te verblijven, vergeven van rook en voorzien van een onaangename, uiterst penetrante, geur, zo'n plaats waar men per definitie meer meerookt dan zelf rookt, maar, macht der gewoonte, het toch niet na kan laten er desondanks zelf een op te steken en helemaal op te roken.

Aldaar werd hij gebeld, een 020 nummer. Na gerede twijfel of door onbedwingbare nieuwsgierigheid nam hij op. En wat schetste zijn verbazing, de woningbouwcorporatie aan de lijn met een vraag over het schoonmaken van het door hem bewoonde pand. De bewoners van nummer 34 hadden hierover een vraag gesteld en men wist het antwoord niet. Dientengevolge had men besloten hem, bewoner van nummer 29, te bellen, om opheldering over deze zaak. Hij was immers altijd van alles op de hoogte. Omdat hij het wel komisch vond, antwoordde hij netjes en uitgebreid op de vraag en werd vriendelijk bedankt voor de verstrekte informatie.

maandag 7 april 2014

Ondergang

Hij was nu te lang zonder werk, als men al te lang zonder werk kon zijn. Hij verdichtte de werkelijkheid tot een onderbewuste stroom van krampachtigheid, doordrongen van een niet te stuiten eenvormigheid in een doorsnee achtertuin. Overleven zat er niet meer in.

Hij was begonnen met het graven van een diepe kuil. Hem was nog niet duidelijk geworden waarvoor die moest dienen. Het zou hem ook nooit meer duidelijk worden, want voordat het zover was, kreeg hij een klap op het dolende hoofd van een over de tuin scherende, door hersenactiviteit bestuurde, drone, verloor het bewustzijn en werd nooit meer wakker.

De kuil bleek er al niet meer te zijn, wonderlijk gevuld en begroeid met een overheerlijke, biologisch-dynamisch gekweekte, niet nader gespecificeerde, groente. De voortschrijdende achteruitgang was niet meer te stuiten. Een reiger wachtte op de dagelijkse vis.

maandag 31 maart 2014

Een feestje tussendoor

Soms kwam hij op merkwaardige feestjes terecht. Deze keer in de ontspanningsruimte van de vrijmetselaars. Meteen naar de inwijding en de loge, zonder te voldoen aan wat dan ook. Gereguleerde broederschap, passer en winkelhaak, habijten en zwaarden, sterren en meesters,.... in dit geval voorzien van een gemêleerd gezelschap. Geen verlichting dan wel gekende kennis.

De jarige was een bijzondere dame die vijftig jaar werd en ongeveer tien maal hetzelfde verhaal van de verrassing van genoemd feest vertelde, dan wel moest vertellen. Haar man was sinds kort aangeschoven bij de vrijmetselaars.

Daarnaast een roker, sinds zijn veertigste, omdat hij toen alles kwijt was geraakt, werk, vrouw en kinderen, bij voortduring terugkomend op de derby IJsselmeervogels versus Spakenburg (1-1 gelijkspel). Verder een gewezen alcoholist, net op tijd gestopt, wel met levercirrose en onbegrip voor zijn eigen gedrag in het verleden. Als laatste een doorleefde vrouw die niet kon slapen zonder drie glazen wijn vooraf te nuttigen en die vertelde over haar zoon die 's avonds moest drinken, pas na acht uur, zeven jaar gestudeerd, geen werk.

Een impressie, niet uitputtend. Geen vragen, alleen maar verhalen, op een bepaalde wijze rustgevend en niet verontrustend, een bijzondere conclusie achteraf.