Ondergronds viel er niet veel te zien. Het was er donker ondanks de meegenomen verlichting die opgeslokt werd door absorberende granaatappels. Onbegrijpelijk, maar wel uiterst vervelend. Er was niets aan te doen en wachten op verlichting was alles dat restte.
Die verlichting kwam niet. Dientengevolge, een woord wil ook nog wel eens gebruikt worden, teerde alles weg in vergetelheid, daar niemand op de hoogte was van de gekozen verblijfplaats. Mollen omringden hem achteloos en wachtten op de insecten die hem zouden gaan verteren, als de laatste adem hem ontschieten zou. Ook een mooie zinsnede, die schijnbaar aanvoegende wijs, mocht dit het geval zijn. De duivel hebbe zijn ziel.
Verward zakte hij weg in een onderbewustzijn om nooit meer wakker te worden. Al het andere bleef ongerichte speculatie.