Hij stond 's morgens op het balkon, een zogenaamde loggia, te roken. Plotsklaps werd hij overvallen door een allesoverheersende misselijkheid en het zweet brak hem uit. Peuk gedoofd en snel naar binnen. Daar aangekomen keerde zich het een en ander om. Een diepe koude overviel hem en een cirkelnavelpijn brak hem zowat doormidden. Hij kronkelde door het huis, over het bed, naast het bed, op zoek naar een minder pijnlijke houding, die hij niet kon vinden.
Hij dacht er over om door het raam naar buiten te springen om verlost te worden van de ondraaglijke pijn. Gelukkig was zijn vrouw nog thuis en die had al besloten de huisarts te bellen en was na overleg tot de conclusie gekomen dat het mogelijk een hartaanval was en dat er zo snel mogelijk hulp moest komen.
Hij kronkelde door. De ambulance kwam en hij werd onmiddellijk via een infuus van de noodzakelijke pijnstillers voorzien voordat hij totaal in een shock terecht zou komen en weg zou zakken in vergetelheid.
Aangekomen in het ziekenhuis kwam men na alle standaard onderzoeken tot de conclusie dat het geen hartaanval was, geen niersteen, geen galsteen, geen acute blindedarmontsteking, geen alcoholvergiftiging, geen versneden (heroïne)cocaïne oftewel men kon er niet achter komen wat het dan wel was.
De pijnstillers werden gestopt, de pijn was gewoon verdwenen en samen met zijn vrouw wandelde hij, al rokend, naar huis.