Hij verwonderde zich over de portretbeelden, alleen hoofden of ongeklede lichamen in allerlei posities. Eerst schoot hem het woord essentieel of Ding an sich te binnen, maar dat eerste was zo doelgericht en het laatste zo onbereikbaar. Geen klassieke portretten, gekleed in een willekeurige omgeving en een basale emotie of indruk.
Nee hier ging het om iets anders, mogelijk nieuws, de mens als zoogdier met bewustzijn, soms nog kenmerkend haar, maar dan toch ook weer geabstraheerde gelaten; tweedimensionaal. Een stille, niet ter zake doende, omgeving, iets religieus, mystieks. Bezinning op het eigen bestaan dat onvermijdelijk overeenkomt met de getoonde beelden. Geboren worden, erotisch leven en vergaan.
Fenomenale belevingskunst, passend in de tijd.