Esther is met iedereen begaan, innemend, ontwapenend, vol mededogen en zonder vooroordelen. Dennis leeft geheel op en voor zichzelf, zonder contact, zonder aandacht voor zijn omgeving. Dennis spint overal zijn eigen web, waarna hij buiten het web gaat zitten en iedereen bekijkt die verstrikt raakt in het gewoel van onduidelijke strikken die hij aan elkaar knoopt om zijn wereld overzichtelijk te maken en te houden.
Als ze elkaar ontmoeten verliest Dennis zijn vermogen om te strikken. Hij kan geen draden meer maken, laat staan een web. Hij voelt zich volstrekt naakt en weet daar geen weg mee. Esther gaat haar gebruikelijke gang en neemt hem helemaal voor zich in, zonder hem te beklemmen. Een glimlach tekent zich af op het gelaat van Dennis. Dat is hem nog nooit overkomen.
Hij vlucht weg, de anonimiteit in, waar hij weer een web kan maken. Esther gaat over tot de orde van de dag en verheugt zich op de volgende ontmoeting met Dennis. Ze weet nog niet dat dit tevens de laatste ontmoeting zal zijn.